-
1 de zon was op
-
2 de zon scheen fel op onze blote ruggen
de zon scheen fel op onze blote ruggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zon scheen fel op onze blote ruggen
-
3 de zon straalde
de zon straaldethe sun was radiant/beamingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zon straalde
-
4 Kirke
n. Circe, dochter van de zon, was in de Griekse mythologie een tovenares, die leefde op het eiland Aeaea, ze was een getalenteerd tovenares, hield Odysseus op haar eiland gevangen en veranderde de mannen van Odysseus in zwijnen -
5 op
один на десять; взад и вперёд* * *1. vz1) поверхность, где находится предмет наop de táfel — на столе
2) непосредственную близость у, около3) место пребывания в4) указывает время в, наop zóndag — в воскресенье
op de dérde dag — на третий день
5) на манерop zijn Frans — по-французски, на французский манер
6)2. bwop iets na — за исключением чего-л.
de zon was op — солнце (с) взошло
2)het geld is op — деньги (мн) кончились
* * *1. предл.общ. (во временном значении указывает на определённый срок или момент) на, б, непосредственная близость к чему-л.) у, около, (место деятельности) в (op school в школе, в школу), на манер (op zijn Frans по-французски)2. сущ. 3. гл.общ. в пространственном значении указывает на поверхность, где находится или куда направляется какой-л. предмет) на, движение вверх, подъём, в (op de derde dag на третий день), повышение (op en af, op en neer вверх и вниз; то туда, то сюда), полное израсходование, истощение (чего-л., zijn geld is op его деньги кончились, он истратил все деньги) -
6 солнце взошло
ngener. de zon was op -
7 солнце взошло
ngener. de zon was op -
8 zone
zone [zon]1. feminine noun• zone de haute/basse pression area of high/low pressure• dans cette affaire, des zones d'ombre subsistent encore some aspects of this business remain very unclear• c'est la zone ! it's the pits! (inf)• enlève ce bric-à-brac de ton jardin, ça fait zone (inf) get rid of that junk in your garden, it looks like a tip (inf)2. compounds► zone bleue ≈ restricted parking zone► zone de dépression or dépressionnaire trough of low pressure• passer/se réfugier en zone libre to enter/take refuge in the unoccupied zone ► zone de libre-échange free trade area► zone piétonne or piétonnière pedestrian precinct* * *zon1) ( secteur) zone, areazone interdite — no-go area GB, off-limits area; ( sur un panneau) no entry
3) ( banlieue pauvre)•Phrasal Verbs:* * *zon nf1) (= lieu) zone, area2) INFORMATIQUE field4) * (= désordre)* * *zone nf1 ( secteur) zone, area; zone de radiation/combat radiation/combat zone; zone de pêche fishing zone; zone de cultures agricultural area; zone de turbulences Météo area of turbulence; zone interdite no-go area GB, off-limits area; ( sur un panneau) no entry;zone d'activités business park; zone d'aménagement concerté, ZAC Admin integrated development zone; zone d'aménagement différé, ZAD Admin area set aside for development; zone artisanale small industrial estate GB ou park; zone bleue Aut restricted parking zone; zone de chalandise Admin, Comm catchment area; zone de données Ordinat data field; zone d'environnement protégé environmental protection zone; zone érogène Physiol erogenous zone; zone euro Euro Zone; zone d'exclusion aérienne Mil no-fly zone; zone franc Fin franc area; zone franche Écon free zone; zone frontière border area; zone industrielle industrial estate GB ou park US; zone d'influence Pol sphere ou area of influence; zone libre Hist unoccupied France; zone de libre-échange Écon free-trade area; zone monétaire Fin monetary area; zone occupée Hist occupied France; zone postale Postes postal area ou zone GB, zone of improved postage, ZIP US; zone sterling Fin sterling area; zone sensible lit potential trouble-spot; fig potential trouble area; zone sinistrée Admin disaster area; zone tampon Mil, Pol buffer zone; zone à urbaniser en priorité, ZUP priority development area.[zon] nom fémininzone de flou ou d'incertitude ou d'ombre grey area2. ANATOMIEzone d'aménagement concerté → link=ZAC ZACzone à urbaniser en priorité → link=ZUP ZUPADMINISTRATION & FINANCE4. HISTOIREzone libre/occupée unoccupied/occupied France5. GÉOGRAPHIEzone glaciale/tempérée/torride frigid/temperate/torrid zone6. MÉTÉOROLOGIEzone de dépression, zone dépressionnaire trough of low pressure8. FINANCE9. INFORMATIQUE10. MILITAIRE11. (péjoratif)a. (familier) [quartier pauvre] it's a really rough areab. [désordre] it's a real mess ou tipcette famille, c'est vraiment la zone they're real dropouts in that familyde deuxième zone locution adjectivalede troisième zone locution adjectivale1. The Paris area is divided into fare zones for public transport. Zones 1 and 2 cover metropolitan Paris and certain areas of the nearby suburbs. The remaining zones cover the outer suburbs: j'habite en zone 3, une carte orange quatre zones.2. France is divided into three zones (A, B and C), the schools in the different zones taking their mid-term breaks and Easter holidays at different times to avoid swamping the roads, the public transport system and tourist infrastructure. -
9 schijnen
1 [glans/licht geven] shine2 [lijken] seem, appear3 [naar zeggen zo zijn] appear♦voorbeelden:met een zaklantaarn in iemands gezicht schijnen • flash a torch in someone's facezijn licht laten schijnen op • shed light onde zon scheen fel op onze blote ruggen • the sun was beating down mercilessly on our backs2 het schijnt mij (dat …) • it seems to me (that …)het schijnt zo • it looks like it3 hij schijnt erg rijk te zijn • apparently, he is very rich -
10 punt
2 [muziek] dot3 [waarde-eenheid] point5 [drukwezen] point♦voorbeelden:de dubbelepunt • the colonergens een punt achter zetten • 〈 figuurlijk〉 put a stop to something; 〈 met betrekking tot werk〉 call it a dayik was gewoon kwaad, punt, uit! • I was just angry, full stopje gaat (er) wel heen, punt, uit! • you're going, and that's final!hoeveel punten hebben jullie? • what's your score?hij werd verslagen met drie punten • he was beaten by three pointszij had de meeste punten • she had the highest number of pointshij is twee punten vooruitgegaan • he has gone up (by) two marksII 〈 het〉2 [wiskunde] point4 [onderdeel] point ⇒ 〈 van programma, agenda ook〉 item, 〈 van aanklacht ook〉 count, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 matter, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 question, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 issue♦voorbeelden:1 we zijn op het dode punt gekomen • we've reached a stalemate/an impassewanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft • when the sun has reached its zenith/its highest pointhet hoogste punt van de berg • the summit/top of the mountainhet laagste punt bereiken • reach rock bottomhet mooiste punt van ons land • the most beautiful place in our countryhet kritieke punt • the critical momenthij stond op het punt van vertrek/(om) te vertrekken • he was (just) about to leavehij was/stond op het punt om alles te verliezen • he was on the verge of losing everythingop het punt staan in tranen uit te barsten • be near to tearseen punt van overeenkomst • a (point of) similarityeen punt van overweging vormen • be a considerationtijd is geen punt van overweging • time is (of) no considerationeen belangrijk punt is … • an important point is …een bepaald punt ter sprake brengen • bring up a certain pointdat is niet zijn sterke punt • that is not his strong pointeen teer punt aanroeren • touch a sore pointeen teer/een netelig punt • a delicate/ticklish pointzijn zwakke punt • his weak pointtot in de puntjes verzorgd • 〈 uitstekend gekleed〉 spick and span; 〈 zeer goed georganiseerd〉 shipshapeiets tot in de puntjes kennen • know something inside-outop dat punt is hij zeer gevoelig • he's very sensitive on that pointop het punt van • in the matter ofschuldig bevonden op alle punten • be found guilty on all countseen zaak punt voor punt nagaan • check a matter point by pointhet punt waar het op aankomt, is … • the thing that really matters is …geen punt! • no problem!III 〈de〉2 [puntig gesneden part] 〈 ook van kaas〉 wedge, (wedge-shaped) piece♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • I can see from your face you're lyingpunt van een pen • nib of a pende punt van een potlood • the point of a pencilpunt van een schoen • toe(cap) of a shoede punt van een speld/van een mes • the point of a pin/knifestoot niet tegen de punt van de tafel • mind the corner of the tablehet ligt op het puntje van mijn tong • it's on the tip of my tongueeen punt aan een potlood slijpen • sharpen a pencilop het puntje van zijn stoel zitten • be poised on the edge of his seat, be all attention/all ears -
11 emblazon
em·bla·zonvt usu passivea logo was \emblazoned on the t-shirt auf dem T-Shirt prangte ein Logothe author's name was \emblazoned across the dust-jacket der Name des Autors prangte auf dem Buchumschlag* * *[Im'bleIzən]vtthe name "Jones" was emblazoned on the cover — der Name "Jones" prangte auf dem Umschlag
3) (= extol) überschwänglich preisen* * *emblazon [ımˈbleızn] v/t2. schmücken, verzieren3. fig feiern, verherrlichen:his feat was emblazoned on the front page seine Leistung wurde auf der Titelseite groß herausgestellt4. ausposaunen umg pej* * *v.schmücken v. -
12 on
adj. aan--------adv. verder; vooruit; vooruitgaan--------prep. op; aan; over; langson1[ on] 〈zelfstandig naamwoord; the〉————————on2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 aan de gang ⇒ gaande, te doen3 op 〈 toneel〉♦voorbeelden:what's on tonight? • wat is er vanavond te doen?, welke film draait er vanavond?, wat is er op tv vanavond?5 oil on to \\td16 • olie stijgt tot \\td16¶ I'm on! • okay, ik doe meeyour plan is not on • je plan(netje) gaat niet doorthe wedding is on • het huwelijk gaat dooryou're on • daar houd ik je aan!————————on3〈bijwoord; vaak predicatief〉1 in werking ⇒ aan, in functie4 〈plaats- of richtingaanduidend; ook figuurlijk〉op ⇒ tegen, aan, toe♦voorbeelden:what's going on? • wat is er aan de hand?have you anything on tonight? • heb je plannen voor vanavond?leave the light on • het licht aan latenput a record on • zet een plaat opturn the lights on • steek het licht aanput on your new dress • trek je nieuwe jurk aan3 five years on • vijf jaar na dato/latercome on! • schiet op!get a move on! • maak voort!go on! • ga maar door, toe!all clocks go on an hour tomorrow • morgennacht gaan alle klokken een uur vooruitthe circus is moving on • het circus trekt verderpass the news on • zeg het voortsend on • doorsturen, nazendenspeak on • door blijven pratenthey travelled on • ze reisden verderwalk on • doorlopenlater on • laterand so on • enzovoortwell on into the night • diep in de nachtwell on in years • op gevorderde leeftijd(talk) on and on • alsmaar door/zonder onderbreking (praten)on! • vooruit!from that moment on • vanaf dat ogenblikthey collided head on • ze botsten frontaalshe looked on • ze keek toe¶ on and off • af en toe, (zo) nu en dan————————on41 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ in, aan, bovenop5 over ⇒ met betrekking tot, aangaande, betreffende6 ten koste van ⇒ op kosten van, in het nadeel van♦voorbeelden:the sun revolves on its axis • de zon draait om haar aslive on bread and water • leven van water en broodride on a bus • met de bus gaanstand on the chair • op de stoel staanstay on course • koers houdena stain on her dress • een vlek op haar jurkthey marched on the enemy • ze marcheerden op de vijand affate smiled on Jill • het lot was Jill gunstig gezindshe hurt herself on the ledge • zij bezeerde zich aan de randpay off a sum on the loan • een som op de lening afbetalentravel on a plane • met het vliegtuig reizenwar on poverty • oorlog tegen de armoedeannounced on the radio • op de radio aangekondigdon the right road • op de juiste wega shop on the main street • een winkel in de hoofdstraatencounter trial upon trial • de ene beproeving na de andere doorstaanget on the train • instappenhang on the wall • aan de muur hangenI had no money on me • ik had geen geld op zaklean on a friend • steunen op een vriendon your right • aan de rechterkanta house on the river • een huis bij de rivierwinter is upon us • de winter staat voor de deurjust on sixty people • amper zestig mensenarrive on the hour • op het hele uur aankomenpay on receipt of the goods • betaal bij ontvangst van de goederenon the stroke of midnight • klokslag middernachtcome on Tuesday • kom dinsdagon opening the door • bij het openen van de deuron reading the letter she fainted • (net) toen ze de brief gelezen had, viel ze flauwbe on duty • dienst hebbenbe on fire • in brand staanon holiday • met vakantieon sick leave • met ziekteverlofbeer on tap • bier uit het vaton trial • op proefhave a monopoly on shoes • een monopolie hebben van schoenenagree on a solution • tot een akkoord komen over een oplossingthe joke was on Mary • de grap was ten koste van Maryhis work has nothing on Mary's • zijn werk haalt het niet bij dat van Maryshe has a year on her opponents in age • ze is een jaar ouder dan haar tegenkandidatenthe glass fell and broke on me • tot mijn ergernis viel het glas en brakthis round is on me • dit rondje is voor mij→ be on be on/ -
13 hemel
2 [zichtbaar deel van de hemel] sky3 [verblijf van de goden/van God] heaven4 [oord/toestand van gelukzaligheid] heaven5 [God, goden] Heaven6 [overkapping] canopy♦voorbeelden:het scheen of hemel en aarde zouden vergaan • it was as if the end of the world had cometussen hemel en aarde zweven • be (left) in suspense, be unsureonder de blote hemel slapen • sleep in the open (air)〈 figuurlijk〉 iemand/iets de hemel in prijzen • praise someone/something to the skiesde zon staat al hoog aan de hemel • the sun is already high in the sky2 een heldere/bedekte/blauwe/grauwe/bewolkte hemel • a clear/overcast/blue/grey/cloudy sky3 Onze Vader die in de hemelen zijt • Our Father who/which art in heavenin de hemel komen/zijn • go to/be in heaventen hemel varen • ascend into heavenwat heb je hem in 's hemels naam aangedaan? • what on earth did you do to him?wanneer/hoe in 's hemels naam? • whenever?, however?lieve/goeie hemel, mijn hemel • Heavens above, good(ness) graciousde hemel beware me • Heaven forbidje mag de hemel wel danken • you can thank your lucky starsde hemel sta je bij • Heaven help youje bent (als) door de hemel gezonden • you are a sight for sore eyes -
14 onder
onder1〈 bijwoord〉2 [beneden/aan de voet van iets anders] underneath3 [naar beneden] under4 [in elliptische uitdrukkingen] 〈zie voorbeelden 4〉5 [beneden in huis] downstairs♦voorbeelden:1 onder aan de bladzijde • at the foot/bottom of the pageiemand van onder tot boven opnemen • look someone up and downachtste regel van onder • the eighth line from the bottom4 de zon is nog niet onder • the sun hasn't set/hasn't gone down yetde kinderen zaten onder • the children were covered with it5 we wonen onder • we live downstairs/below————————onder2〈 voorzetsel〉2 [te midden van] among(st)3 [in de kring van] among(st)4 [tijdens] during5 [ten tijde van] under6 [vlak bij] nearby8 [beschermd door] under9 [ondergeschikt aan] under11 [met gebruikmaking van] in♦voorbeelden:1 onder een auto komen • be hit/be run over by a carhij zat onder de prut • he was covered with mudde tunnel gaat onder de rivier door • the tunnel goes/passes under the riverer is veel geld onder de mensen • there is a lot of money aboutonder andere • among other thingsJohn, onder anderen, heeft bezwaren • John, for one, objectshet blijft onder ons • it's strictly between you and meonder ons gezegd (en gezwegen) • between you and me (and the doorpost)diegenen onder ons die • those among/of us whoonder het schrijven • while writingonder het werk • during working hourseen dorp onder Leiden • a town just outside Leidenonder de ogen van iemand • before someone's very eyes; 〈 maar die ziet het niet〉 under someone's nosezij is onder de dertig • she's under thirtyzes graden onder nul • six degrees below zeroonder vrijgeleide • under safe conductzij leed erg onder het verlies • she suffered greatly from the loss -
15 out
adj. buiten; uit; weg; absent (van school of op werk); buiten (bij sport); niet in werking; vergist--------adv. buiten; uit; tot het laatst; in het geheel--------interj. naar buiten--------n. buiten; buitenstaand--------pref. uitgaande, uit--------prep. uit, buiten--------v. (er) uit halen; naar buiten gaanout1————————out21 niet-in ⇒ niet-populair/modieus, uit♦voorbeelden:3 out box/tray • brievenbak voor/met uitgaande post————————out3〈bijwoord; vaak predicatief〉4 uit ⇒ openbaar, te voorschijn5 uit ⇒ volledig, af, leeg♦voorbeelden:journey out • heenreishe is out playing in the garden • hij speelt buiten in de tuinthe ball was out • de bal was buiten (de lijnen)smoking is out! • er wordt niet gerookt!inside out • binnenste buitenout there • daarginds, ginder verout! • d'r uit!out it goes!/with it! • vertel op!/voor de dag ermee!out in Canada • daarginds in Canadayou're out! • jij doet/telt niet (meer) meeout with it! • vertel op!, zeg het maar!¶ out and about • (weer) op de been, in de weerout and away • veruitshe is out for trouble • ze zoekt moeilijkheden————————out4〈voorzetsel; richtingaanduidend〉♦voorbeelden:I looked out the window • ik keek uit het vensterfrom out the window • vanuit het raam -
16 emblazon
a logo was \emblazoned on the t-shirt auf dem T-Shirt prangte ein Logo;to \emblazon sth across sth etw mit etw dat versehen;the author's name was \emblazoned across the dust-jacket der Name des Autors prangte auf dem Buchumschlag -
17 doorkomen
1 [zijn, haar weg nemen; ten einde brengen] passer2 [door iets heen dringen] percer♦voorbeelden:er is geen doorkomen aan • on n'en voit pas la finhaar kiezen komen door • ses dents percentde zon komt door • le soleil perce (à travers les nuages)de menigte was zo groot, dat er geen doorkomen aan was • la foule était si dense qu'on ne pouvait pas s'y frayer un passage -
18 toe
toe1〈 bijwoord〉1 [in de richting naar; gericht naar] vers2 [m.b.t. een bijvoeging] en plus♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 ergens naar toe willen • vouloir en venir à qc.met de rug naar de zon toe • le dos tourné au soleil2 en nog een grote bek toe! • et en plus, ça rouspète!al kreeg ik geld toe • même si on me donnait de l'argenthopjesvla toe • de la crème au caramel comme dessert¶ ik was blij toe dat het eerder afgelopen was • j'étais drôlement soulagé que ce soit fini plus tôtwaar dient dat toe? • à quoi cela sert-il?er het zwijgen toe doen • préférer se tairedat doet er niet(s) toe • cela n'a aucun rapportaan iets toe komen • en arriver à qc.er (na) aan toe zijn om … • 〈 zover zijn〉 en être arrivé au point de …; 〈 op het punt staan〉 être sur le point de …aan vakantie toe zijn • avoir vraiment besoin de vacances————————toe21 [vooruit] allons!2 [alstublieft] je t'en supplie, je vous en supplie4 [kom kom] allons, allons♦voorbeelden:1 toe, doe niet zo mal • allons, n'exagère pas2 nee, alsjeblieft niet, toe • non, je t'en supplie3 toe nou, wou je me dat wijsmaken? • à d'autres! tu voulais me faire croire ça?¶ toe maar! • ho! ho! -
19 branden
2 [licht/warmte uitstralen] burn3 [smeulen] burn4 [met betrekking tot lichaamsdelen, ook figuurlijk] burn♦voorbeelden:uit zichzelf beginnen te branden • ignite spontaneouslyde zon brandt • the sun is burning/blazingde kachel laten branden • leave the (gas-)fire burningdit stelletje brandt op hout • this stove burns wood3 een brandende pijp/sigaar • a burning/lit pipe/cigarcognac brandt in de keel • brandy burns the throat〈 figuurlijk〉 branden van nieuwsgierigheid/van verlangen • burn with curiosity/desireik ben er niet op gebrand • I'm not crazy about itze was het huis niet uit te branden • there was no way of getting her out of the househij is niet vooruit te branden • you can't get him to shiftII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vuur doen verteren] burn2 [schroeien, door middel van vuur bewerken] burn ⇒ scald 〈aan heet water/stoom〉, roast 〈 noten, koffie e.d.〉, distil 〈 tot alcohol〉♦voorbeelden:glas branden • stain glasszich aan de kachel branden • burn one's hand on the (gas-)fire -
20 gezicht
1 [het zien] sight2 [(object van) gewaarwording] sight3 [gelaat] face5 [uiterlijk] face6 [gezichtsvermogen] (eye)sight♦voorbeelden:het gezicht in de plooi houden • keep a straight facevoor het gezicht een kleedje over iets leggen • put a cloth over something for appearance's sakedat is geen gezicht! • that is hideousergens zijn gezicht laten zien • show one's face, put in an appearancede zon schijnt mij in het gezicht • the sun is shining in my face/eyesiets in iemands gezicht zeggen, iemand iets (recht) in zijn gezicht zeggen • say something (straight) to someone's faceiemand in zijn gezicht uitlachen • laugh in someone's face't was alsof ik een klap in 't gezicht kreeg • it was like being hit in the faceiemand op zijn gezicht geven/slaan • punch/slap someone's faceiemand van gezicht kennen • know someone by sight4 hij zette een lang/zuur gezicht • he pulled a long face/he grimacedeen stalen gezicht • a stony facemet een verwaand gezicht • with a conceited airzijn gezicht betrok • his face clouded over/felleen gezicht zetten alsof • look as ifik zag aan zijn gezicht dat • I could tell by (the look on) his face thateen eigen gezicht hebben • have its own special charactereen gezicht op Londen • a view of Londonuit het gezicht verdwijnen • disappear from sightzijn gezicht verliezen • lose face
См. также в других словарях:
Zon (band) — Infobox musical artist Name = Zon Img capt = Img size = Background = group or band Alias = Origin = Toronto, Ontario, Canada Genre = Rock Years active = 1977 ndash;1981 Label = CBS, Falcon Records, Pacemaker URL = Associated acts = Moxy Current… … Wikipedia
Zon|i|an — «ZOH nee uhn», noun. an American citizen who was a native or inhabitant of the Panama Canal Zone … Useful english dictionary
ZON Multimédia — Infobox Company company name = ZON Multimédia company type = Sociedade Anónima (equivalent to Incorporated) company company slogan = Quem é ZON está ON. (Who is ZON is ON.) foundation = 1994 location = flagicon|Portugal Oeiras, Portugal industry … Wikipedia
Raphael Zon — Infobox Scientist name = Raphael Zon image width = caption = Raphael Zon birth date = December 1, 1874 birth place = Simbirsk, Russia death date = October 27, 1956 death place = residence = citizenship = United States (naturalized) nationality =… … Wikipedia
Van Zon — Recorded as Van Son, Van Zon, Van der Son, Van der Zon, (The Netherlands), and Vanderson, Vandisson, Vandusson, Vandissen, (England), and probably others, this is a locational surname of Dutch origins. It originates from a place called Zon in the … Surnames reference
hor´i|zon´tal|ness — hor|i|zon|tal «HR uh ZON tuhl, HOR », adjective, noun. –adj. 1. parallel to the horizon; at right angles to a vertical line: »The ground was horizontal to the flagpole. 2. flat; level: »the vast horizontal prairie of America. 3. measured in a… … Useful english dictionary
hor´i|zon´tal|ly — hor|i|zon|tal «HR uh ZON tuhl, HOR », adjective, noun. –adj. 1. parallel to the horizon; at right angles to a vertical line: »The ground was horizontal to the flagpole. 2. flat; level: »the vast horizontal prairie of America. 3. measured in a… … Useful english dictionary
hor|i|zon|tal — «HR uh ZON tuhl, HOR », adjective, noun. –adj. 1. parallel to the horizon; at right angles to a vertical line: »The ground was horizontal to the flagpole. 2. flat; level: »the vast horizontal prairie of America. 3. measured in a line parallel to… … Useful english dictionary
Waar is de zon? — Infobox ESC entry song = flagicon|Netherlands Waar is de zon? caption = year = 1994 country = Netherlands artist = Willy Albertina Verbruggen as = Willeke Alberti with = language = Dutch languages = composer = Edwin Schimscheimer lyricist = Coot… … Wikipedia
bla´zon|ment — bla|zon «BLAY zuhn», verb, noun. –v.t. 1. to make known; proclaim: »Big posters blazoned the wonders of the coming circus. 2. to decorate, especially with designs, names, or colors; adorn: »The bottom of the valley was a bed of glorious grass,… … Useful english dictionary
bla´zon|er — bla|zon «BLAY zuhn», verb, noun. –v.t. 1. to make known; proclaim: »Big posters blazoned the wonders of the coming circus. 2. to decorate, especially with designs, names, or colors; adorn: »The bottom of the valley was a bed of glorious grass,… … Useful english dictionary